De Nederlandse kansspelbranche was met een hoge kanalisatiegraad, effectieve verslavingspreventie en goede concurrentie een kerngezonde sector. Met vier onnavolgbare ingrepen is politiek Den Haag er echter in geslaagd de branche binnen mum van tijd de nek om te draaien. Gevolg: het illegale aanbod groeit stormachtig, belasting wordt ontdoken en bonafide partijen trekken zich terug. In vier stappen een bedrijfstak ontmantelen? Den Haag kan dat: kansspelbranche op sterven na dood. Een analyse van ruim twee jaar destructief wanbeleid.
Legalisering in 2021
In oktober 2021 werd de online gokbranche in Nederland gelegaliseerd. De doelstellingen waren helder: gezonde concurrentie in een legale markt, aandacht voor verslavingspreventie en -zorg, en een hoge kanalisatiegraad om illegale aanbieders buitenspel te zetten. In de voorbije jaren hebben tal van bonafide bedrijven in de gokbranche zich exact voor die doelstellingen ingezet.
En met succes: het aantal gokverslaafden in Nederland daalt en de kanalisatiegraad van 90% ligt ruim boven de door de overheid gestelde doelstelling van 80%. Dit houdt in dat momenteel 90% van alle Nederlandse gokkers uitsluitend gebruikmaakt van legale platforms. Illegale aanbieders worden dus effectief geweerd, wat er niet alleen toe leidt dat de Nederlandse gokker goed ‘in beeld’ is en kan worden beschermd tegen verslaving, maar het levert ook de nodige belastinginkomsten op.
Ongefundeerde kritiek leidt tot ineffectieve maatregelen
Desondanks kwam er in de afgelopen jaren regelmatig – veelal ongefundeerde – kritiek vanuit politiek Den Haag. Zo schreeuwden diverse politici moord en brand toen cijfers aangaande het aantal geregistreerde online gokkers over het jaar 2022 – het eerste jaar na de legalisatie – bekend werden gemaakt. De Kansspelautoriteit rapporteerde dat jaar een toename van 60% in het aantal Nederlanders dat regelmatig online gokt. Naar aanleiding daarvan gingen er stemmen op om de legalisatie direct terug te draaien.
Brancheorganisatie NOGA liet destijds al haar irritatie blijken over de paniekerige reacties uit Den Haag rondom deze cijfers, waaruit vooral bleek dat een hoop Nederlanders uit het illegale circuit waren getrokken en nu bij legale aanbieders waren ondergebracht.
Peter-Paul de Goeij van NOGA zei daarover: “Illegale aanbieders staan nergens onder toezicht. Iets dat je verbiedt verdwijnt niet, je ziet het niet meer. Kennelijk denken sommige politici: wat niet weet dat niet deert. Als NOGA vinden we dat Nederlanders recht hebben op de bescherming van de Nederlandse overheid, ook zij die online willen gokken.”
Niettemin is er in de loop der jaren aanzienlijk gezaagd aan de stoelpoten van succesvol, gezond beleid in de Nederlandse online gokbranche. In vier stappen slaagt politiek Den Haag er daarmee in om de hele branche in no-time te ontmantelen:
- Diverse reclameverboden die illegale aanbieders in de kaart spelen;
- Speellimieten die leiden tot frustratie bij consumenten, die hun heil elders zoeken;
- Een verbod op risicovolle kansspelen, waarmee illegale aanbieders zich vervolgens kunnen onderscheiden;
- Een bizarre verhoging van de kansspelbelasting, die maakt dat legaal aanbod onrendabel wordt en aanbieders zich terugtrekken.
Reclameverbod voor online casino’s
Kort na oktober 2021 werden de mogelijkheden om, zowel offline als online, reclame te maken voor online kansspelen in rap tempo aan banden gelegd. Er kwam een verbod op rolmodellen in reclames, en TV-commercials voor kansspelen mochten alleen nog laat op de avond worden uitgezonden. Daar kwam een verbod op ongerichte reclame voor online kansspelen overheen: reclame op straat, op de radio en op televisie. Per 1 juli 2025 worden shirtsponsering en evenementensponsoring ook nog eens verboden.
Online adverteerders en affiliates moeten sinds kort bovendien voldoen aan de 95%-regel: ze moeten kunnen aantonen dat 95% van hun traffic 24 jaar of ouder is. Dat moet dan aan de hand van persoonsgegevens vanuit Google. Een erg onbetrouwbaar en bovendien privacygevoelig proces, dat voor de meeste websites in de praktijk niet uitvoerbaar is.
Al deze initiatieven hebben twee gevolgen:
- Het wordt legale, bonafide partijen steeds lastiger gemaakt om toegestaan aanbod onder de aandacht te brengen. Nederlandse consumenten vinden daardoor moeilijk hun weg naar dit legale aanbod.
- Illegale casino’s, adverteerders en affiliates hebben uiteraard geen boodschap aan wetgeving en adverteren er online vrolijk op los. Dergelijke partijen spelen kat-en-muisspelletjes met de Ksa en drukken de legale partijen weg uit de markt.
80% van de Nederlandse betaalde gokadvertenties via Google leidt op dit moment al naar illegaal aanbod. Dat percentage zal alleen maar stijgen als Nederlandse politici hun kruistocht tegen bonafide, compliant partijen voortzetten. Michiel van Nispen, Kamerlid voor de SP, zei daarover: “Wat ons betreft is het einde verhaal voor gokbedrijven zonder moraal. Een verbod op online gokreclames is weer een stap vooruit naar een land zonder foute gokbedrijven.”
Onder ‘foute gokbedrijven’ zouden vooral illegale casino’s en malafide affiliates moeten vallen. Zij worden echter niet geraakt door alle nieuwe reclameregels – de legale partijen worden dat wel. Dat die regels daarom averechts werken, is niet meer dan logisch.
Speellimieten
Het zijn niet alleen de legale aanbieders van kansspelen die door politiek Den Haag worden gefrustreerd. Ook de spelers zelf wordt het gebruik van legaal aanbod lastig gemaakt. Bijvoorbeeld door de invoering van de vaste speellimiet van 700 euro per maand.
Voorheen hadden online casino’s een zorgplicht. Ze waren verplicht degelijk te onderzoeken hoeveel een individuele speler maandelijks maximaal zou moeten kunnen storten, om vervolgens samen met die speler een verantwoorde limiet te kiezen. Zo’n limiet is dus verplicht, maar de hoogte bepaalde je samen met het platform op basis van je inkomen en financiële persoonlijke situatie. Uit onderzoek van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) onder 1.700 regelmatige spelers bleek in januari van dit jaar dat spelers die werkwijze waarderen. Het WODC concludeert onder meer:
“De meeste online gokkers schatten in dat ze hun eigen speelgedrag onder controle hebben en daarom geen speellimieten nodig hebben. Toch staat een meerderheid in algemene zin positief tegenover de verplichte speellimieten. Deze groep geeft aan dat het kan helpen om gokproblematiek te voorkomen.”
Toch haalt de regering bij monde van minister Franc Weerwind een streep door de huidige werkwijze. In februari werd bekend dat de vaste speellimiet van 700 euro per maand eraan komt, en dat er ondertussen ook wordt gewerkt aan een overkoepelende speellimiet. Daarmee kun je als speler niet overstappen naar een ander, legaal casino als je bij het casino van je keuze aan je limiet zit: de limiet geldt over alle online platforms heen.
Experts wijzen er ondertussen op dat zo’n overkoepelende speellimiet zonder twijfel een verdere uitstroom naar illegaal aanbod veroorzaakt. Gokverslaving voorkom je niet door gokkers de toegang tot legale casino’s te ontzeggen, maar met succesvol beleid rondom verslavingspreventie en verslavingszorg. In plaats daarvan wordt de Nederlandse gokker in de kou gezet en zal hij zijn toevlucht zoeken bij illegale platforms, waar niets aan verslavingspreventie wordt gedaan. Deze gokkers zijn bovendien buiten beeld en zullen niet meer terugkomen in officiële cijfers van de gokbranche. Een fraai staaltje struisvogelpolitiek.
Verbod op risicovolle kansspelen
Om illegale aanbieders verder van dienst te zijn, koos politiek Den Haag ervoor om kansspelen met een hoog risico volledig te willen verbieden. Daaronder vallen bijvoorbeeld digitale gokkasten zoals je die in vrijwel ieder online casino tegenkomt.
Hoewel deze kansspelvorm zeer gangbaar en wijdverspreid is, stemde de Tweede Kamer in april van dit jaar voor een verbod. De minister is nu aan zet om die stemming om te zetten in beleid, en mocht dat er daadwerkelijk komen, dan krijgen illegale casino’s er wederom een onderscheidende factor bij waarmee ze Nederlanders kunnen verleiden om van hun platforms gebruik te maken. Door doodnormaal legaal aanbod, waarop alle regels en richtlijnen rondom verslavingspreventie netjes worden nageleefd, illegaal te verklaren, wordt het alleen maar lastiger om illegaliteit uit te bannen en de Nederlandse gokker in beeld te houden.
Dat die strijd tegen illegaliteit steeds moeizamer verloopt door dit soort initiatieven, blijkt ook wel uit de cijfers. De Ksa constateerde in februari van dit jaar dat maar liefst 14 van 33 onderzochte affiliatewebsites illegaal aanbod promootten en reclameregels overtraden. Illegaal aanbod floreert onmiskenbaar in Nederland. Er kan goed geld mee worden verdiend, en dat komt hoofdzakelijk doordat steeds meer zaken die helemaal niet schadelijk of problematisch zijn, de illegaliteit in worden geduwd.
Pikant is dat de Ksa dit effect zelf ook impliciet toegeeft in de toelichting op de cijfers: “Het onderzoek van de Ksa richtte zich op affiliate marketing voor illegale online casino’s na de inwerkingtreding van het verbod op ongerichte reclame. Verwacht werd dat illegale aanbieders vanaf juli 2023 zouden proberen te profiteren van de mogelijk verminderde zichtbaarheid van legale aanbieders.”
Kansspelbelasting
Als klap op de vuurpijl maakte de hagelnieuwe coalitie bestaande uit PVV, VVD, NSC en BBB in mei van dit jaar bekend plannen te hebben om de kansspelbelasting in Nederland met zo’n 24% te verhogen, van 30,5% naar 37,8%. Een ongekende verhoging die enorme impact zou hebben op de gehele branche. Diverse brancheorganisaties reageerden dan ook verbijsterd.
Henry Meijdam van VAN Kansspelen: “Dit is maatschappelijk totaal onverantwoord, want dit leidt onvermijdelijk tot grote problemen en kosten rond veiligheid en zorg. Dit punt in de voornemens moet echt gerepareerd worden, anders wordt het kind met het badwater weggegooid en ruiken criminelen kansen in het illegale gokcircuit.”
Peter-Paul de Goeij van NOGA: “De voorgenomen verhoging van het belastingtarief met liefst 7,3% brengt de levensvatbaarheid van de legale Nederlandse kansspelmarkt in gevaar. NOGA vreest dat de beoogde budgettaire winst uit deze belastingverhoging van €200 miljoen in schril contrast zal staan met de forse maatschappelijke schade die zal ontstaan doordat Nederlandse consumenten in toenemende mate hun toevlucht zullen zoeken tot illegale aanbieders, die geen belasting betalen en daardoor veel scherper kunnen concurreren om de gunst van de Nederlandse speler.”
Vooral in de klein kansspelsector, waar partijen actief zijn die kansspelen aanbieden met een wettelijk bepaalde maximuminzet van 20 cent per spel, gaan aanbieders onvermijdelijk kopje-onder als deze absurde belastingverhoging doorgang vindt. Zij kunnen hun inkomsten niet vergroten – ze mogen wettelijk gezien immers niet meer dan die 20 cent per spel vragen – maar moeten wel 24% meer belasting gaan afdragen. Dat terwijl deze partijen al vier jaar op rij verlies draaien, met gemiddeld 11% verlies op jaarbasis.
Experts hebben inmiddels reeds becijferd dat een verhoging van de kansspelbelasting paradoxaal genoeg geen extra belastinginkomsten tot gevolg zal hebben, maar netto juist een afname van 50 miljoen euro aan belastingkomsten veroorzaakt. Dit doordat aanbieders de stekker eruit trekken en spelers zich verplaatsen naar illegale kanalen, waar vanzelfsprekend geen belasting wordt betaald.
Sector op sterven na dood
Online gokken is in Nederland gewoon een legale dienst. Er mag echter geen reclame voor worden gemaakt, er gelden talloze beperkingen voor spelers, de toch al hoge belastingdruk wordt enorm verhoogd en diverse spelvormen worden volledig naar de illegaliteit verbannen. Het gevolg van dit alles is dat een totale sector, die strikt genomen kerngezond is, aan alle gestelde doelstellingen voldoet en oprecht bijdraagt aan verslavingspreventie en -zorg in Nederland, vakkundig de nek wordt omgedraaid.
Illegale aanbieders in binnen- en buitenland likken ondertussen hun vingers af en azen opzichtig op het geld van de goedwillende Nederlandse consument. In vier stappen een complete bedrijfstak ontmantelen? Den Haag kan dat!
Gepubliceerd op in Nieuws.