Route door het doolhof van de hulpverlening
Is het uit de hand aan het lopen met spelen en geld inzetten? Je bent niet de enige. Het is bovendien niet iets om je voor te schamen: sommige mensen zijn nu eenmaal verslavingsgevoeliger dan anderen, bovendien kunnen gebeurtenissen in je leven het je moeilijk maken. En dan zijn veel spelletjes er ook nog op gericht je vaker te laten spelen. Dit is wat je vanaf hier kunt doen om het leven weer leuk te maken.
Je leest het overal: het is maar een klein percentage spelers dat verslaafd raakt aan gokken. Maar met een klein percentage op een groot aantal mensen ben je nog altijd geen uitzondering. Volgens de Jellinek kliniek waren er in 2021 tussen de acht en negen miljoen recreatieve spelers. Hoeveel mensen daarvan hulp krijgen binnen de verslavingszorg wordt goed bijgehouden: in 2021 waren 1.887 mensen in behandeling voor een gokverslaving. Naar schatting is het aantal gokkers met een hoog risico voor verslaving tussen de 162.400 – 268.900. Tel uit je winst.
Online gokken gaat snel, en dat geeft een risico voor wie verslavingsgevoelig is. Je kunt zonder te wachten opnieuw inzetten, en je ziet ook meteen resultaat. Het werkt zoals met elk leuk digitaal spelletje: je krijgt een klein shotje dopamine en dat is fijn. Hoe sneller achter elkaar je gokt, hoe meer shotjes en hoe makkelijker je in een soort roes komt. En alles om je heen vergeet zodat je door blijft spelen. Een fijne toestand voor je brein.
Verslaafdheid kun je vrij goed meten. In de handleiding van psychiatrische aandoeningen staat de aandoening ‘gokstoornis’. En die heeft een heldere definitie: als je vier symptomen uit de lijst hebt in een jaar, dan voldoe je aan de definitie en ben je dus verslaafd.
Symptomen van gokstoornis
Ze liggen voor de hand, toch noemen we ze nog even. Als je er steeds aan denkt hoe fijn je hebt gespeeld en wanneer je weer kunt gaan spelen: check. Als je steeds hogere bedragen moet inzetten om hetzelfde, prettige gevoel te ervaren of als je het gokken inzet om andere gevoelens te dempen, zoals depressie of angst: dubbelcheck. Je kunt ook een kruisje zetten als je onrustig of geïrriteerd raakt als je mindert met gokken en pogingen om te minderen ook mislukken. Als je verder gokt om je verlies goed te maken, en ook relaties of werk op het spel zet. Liegen over je gokgedrag is ook een teken aan de wand, net als niet meer op jezelf, maar op anderen gaan leunen om gokschulden af te betalen. Om te testen of je er echt vier hebt, kun je op veel sites een digitale zelftest doen, zoals op die van de Jellinek kliniek.
Zelf ingrijpen
Ingrijpen bij een verslaving is niet makkelijk. Maar het is wel mogelijk. Veel handige informatie vind je op lokettkansspel.nl – een goede plek om te beginnen. Een van de acties die je als eerste kunt ondernemen is simpelweg een gokstop nemen via Cruks, het Centraal register uitsluiting kansspelen. Als je die instelt, kun je meteen zes maanden – of langer – niet meer spelen op Nederlandse goksites. Een andere optie om zelf in te grijpen is de online zelfhulp gokken app installeren. Die kun je gewoon downloaden en er gratis en anoniem mee werken aan je verslaving. Je krijgt opdrachten die je helpen om stapsgewijs minder of niet meer te gokken, en bepaalt zelf waar en wanneer je eraan werkt.
Nog een mogelijkheid is een zelfhulpgroep – een soort AA voor gokkers. Zo’n groep is informeel en persoonlijk, je gebruikt alleen je voornaam, er zijn geen dossiers of wachtlijsten en het kost weinig of niks. In een zelfhulpgroep ga je met een groepje lotgenoten een gezamenlijk probleem te lijf – je speelt te veel. Alleen al het delen van ervaringen helpt veel mensen. Je herkent in elkaar de problemen en moeilijkheden. De stichting AGOG (stichting anonieme gokkers omgeving gokkers) heeft bijvoorbeeld veel lokale groepen waarbij je kunt aansluiten. Er zijn geen beroepshulpverleners bij betrokken, maar wel mensen die met hun probleem hebben leren omgaan en je laten zien dat er een uitweg is. Je krijgt eigenlijk steeds steuntjes in de rug, een soort omgekeerd dopamineshotje. Het gaat er bij zo’n groep om dat anderen de tijd en de wil hebben om naar je te luisteren. Je kunt openlijk praten, en veel mensen ervaren dat ze in zo’n groep uiteindelijk de waardering voor zichzelf terugvinden.
Hulp via een instantie
Als je het alleen niet redt – en ook daarin ben je niet bepaald de enige: ongeveer 1% redt het zonder hulp van buitenaf – zijn er veel hulpinstanties in de GGZ (Geestelijke Gezondheidszorg) voor verslaafde spelers. GGZ-instellingen worden gefinancierd door de overheid. Je kunt er terecht met een verwijzing van je huisarts, en hoeft in principe niets te betalen. De kosten worden vergoed vanuit de basisverzekering. Bekende namen zijn de Jellinek kliniek en het Trimbosinstituut, maar je kunt ook Googlen op je stad, gecombineerd met GGZ en gokverslaving – er zijn heel veel verschillende instellingen. Je kunt bellen, mailen of anoniem chatten met een deskundige voor goed advies. Dat is bijna altijd gratis, en vaak kan het ook dag en nacht. De experts kunnen je helpen de volgende stap te nemen.
Als je je aanmeldt bij een instanties voor geestelijke gezondheidszorg, krijg je meestal een behandelaar toegewezen. Daarmee ga je kijken wat voor jou het best zou kunnen werken. Bijvoorbeeld een-op-een- gesprekken met een therapeut: dan achterhaal je met persoonlijke gesprekken de oorzaak van je verslaving, en krijg je persoonlijke begeleiding om je gedrag te veranderen. Vaak stelt de behandelaar van de GGZ een combinatie van individuele en groepstherapie voor. Dat kan gaan van een of meer individuele en groepsgesprekken per week, tot dagdelen aan je verslaving werken of zelfs een tijdelijk opname in een kliniek, voor korte of langere duur.
Privé-instellingen en hulpverleners
Je kunt ook buiten de GGZ om professionele hulp krijgen. Daar kun je terecht zonder verwijzing, maar je moet wel betalen. Daar staat tegenover dat je veel keus hebt en heel gericht kunt zoeken op het soort therapie dat jou aanspreekt – er zijn bijvoorbeeld ook alternatieve therapieën die niet zijn erkend, maar voor veel mensen wel zinvol zijn, zoals hypnose of holistische therapie. Een luxe kliniek in Portugal die ook een mooi yoga-programma heeft kan natuurlijk ook heel aantrekkelijk zijn. En – mocht je toevallig een bekende voetballer of een topmodel zijn – er blijven nergens sporen achter van je behandeling. Maar pas op, je hebt minder garantie op een goede behandelaar. Een GGZ-behandelaar moet aan bepaalde opleidingseisen voldoen en is gebonden aan bewezen effectieve behandelingen die zorgverzekeraars willen vergoeden. Voor sommige niet-erkende alternatieve therapieën kun je wel een vergoeding krijgen, maar die komt dan uit de aanvullende verzekering. Bijkomend voordeel is dat je daar geen verwijzing van de huisarts voor nodig hebt.
No pain, no gain
Financieel hoef je er dus niet onder te lijden. De kosten van een behandeling voor verslaving worden zoals gezegd vergoed vanuit de basisverzekering, of uit de aanvullende verzekering. Ook met je privacy zit het waarschijnlijk wel goed: hulpverleners in de GGZ hebben een geheimhoudingsplicht. De verzekeraar die het betaalt heeft dit overigens niet per se, maar je kunt wel vragen om de diagnose niet op de factuur te zetten die naar de verzekeraar gaat. Dat betekent dat niemand erachter komt dat jij werkt aan een verslaving, mocht je dat prettig vinden. Het belangrijkste om te onthouden is dat er geen magische oplossing is. Een voornemen is niet genoeg – je moet echt aan de slag. Alle gedragsverandering is hard werken, en dealen met een verslaving is daar niet bepaald een uitzondering op: weer gezond worden gaat altijd met vallen en opstaan. Maar uiteindelijk betekent het juist dat je leven makkelijker wordt, en waarschijnlijk ook leuker. En wie wil dat nou niet?
Gepubliceerd op in Nieuws.